Verliefd worden, het lijkt een verschijnsel waarover mensen geen controle hebben. Een jonge studente van gegoede komaf valt in À tout de suite als een blok voor een patserige Marokkaan die niet blijkt te deugen. Als hij een bank overvallen heeft, komt ze in een maalstroom van gebeurtenissen terecht die haar via Madrid en Cassablanca naar Griekenland voert. Berooid en verlaten kijkt ze daar nog steeds verliefd naar de fotootjes van haar vriend. Met recht een geval van 'amour fou', zoals dat zo mooi heet in het Frans.

Benoît Jacquot maakte al veel films in zijn lange carrière, maar kwam in Nederland pas in de belangstelling, toen het Filmfestival Rotterdam vorig jaar een groot retrospectief aan hem wijdde. À tout de suite schreef hij naar een waargebeurd verhaal uit de jaren zeventig, speciaal voor de door hem ontdekte, jonge actrice Isild le Besco. Zij wordt wel bestempeld als de Franse Scarlett Johansson. In sfeervol zwart-wit wordt zij dicht op de huid gevolgd, waarbij op haar gezicht alle emoties prachtig te volgen zijn.

Jacquot lijkt bijna net zo geobsedeerd door zijn actrice als de jonge vrouw in de film door haar minnaar. De film roept de Nouvelle vague-sfeer op van Godards À bout de souffle. De soundtrack bestaat uit muziek uit de periode, van Tangerine Dream tot Diana Ross.

À tout de suite
Frankrijk, 2004, Frans gesproken
Productie: Georges Benayoun, Raoul Saada
Scenario en regie: Benoît Jacquot
Camera: Caroline Champetier
Montage: Luc Barnier
Art direction: Antoine Platteau
Met: Isild Le Besco, Ouassini Embarek, Nicolas Duvauchelle, Laurence Cordier
Kleur: Zwart-wit
Speelduur: 95 minuten