Een thema van Filmfestival Rotterdam was dit jaar 'Down under'. Het meeslepende en aangrijpende Rabbit-proof Fence is een topper uit dat programmaonderdeel, over een periode die in Australië graag vergeten wordt.

Tussen 1905 en 1970 vielen alle aboriginals onder voogdijschap van een zogenaamde Chief Protector. Stelselmatig werden halfbloed aboriginalkinderen (de vaders waren vaak blanke arbeiders die zelden op één plaats bleven), bij hun familie weggehaald en in opvoedingskampen geplaatst om verdere vermenging tussen de blanke en inheemse bevolking te voorkomen. Deze "gestolen generaties" werden klaargestoomd om zich als knecht of dienstmeid dienstbaar te kunnen maken in de blanke maatschappij. Voor de eigen taal en cultuur was daarin vanzelfsprekend geen plaats. En dit alles onder het mom de inheemsen tegen zichzelf te beschermen.

Phillip Noyce (The Quiet American) verfilmde het boek dat Doris Pilkington Garimarra schreef over haar eigen familiegeschiedenis. Haar moeder Molly ontsnapte in 1931 met zusje Daisy en nicht Gracie uit een heropvoedingskamp. Ze doorkruisten half Australië langs het 'rabbit-proof fence' om terug te keren naar hun moeder. Kenneth Branagh speelt de rijksvoogd van het district, die vindt dat de kinderen beter af zijn zonder moeder. De werkelijk schitterende natuurbeelden zijn gefilmd door de beroemde cameraman Christopher Doyle (o.a. In the mood for love).

Rabbit Proof Fence
Australië, 2002
Productie: Phillip Noyce, Christine Olsen, John Winter
Regie: Phillip Noyce
Scenario: Christine Olsen, gebaseerd op 'Following the rabbit-proof fence' van Doris Pillington
Camera: Christopher Doyle
Muziek: Peter Gabriel
Montage: Veronika Jenet, John Scott
Met: Everlyn Sampi, Tianna Sansbury, Laura Monaghan, David Gulpilil, Ningali Lawford, Kenneth Brannagh
Kleur, 94 minuten
Distributie: A-Film Distribution